Nu ik Matilde, van Roald Dahl voorlees, weet ik niet wat me overkomt.
Mijn publiek zit beurtelings met gebalde vuisten tegenover me, springt massaal op uit de stoeltjes, of slaakt rauwe, ongearticuleerde kreten.
Net zo reageerde mijn zoon toen hij klein was op de betere jeugdfilm.
'Ronja de roversdochter': hij sprong prompt over de leuning van de stoel voor hem.
Als het te eng werd, verstopte hij zich onder zijn eigen pluchen zetel.
Nu ben ik de doorlopende voorstelling en zij zijn mijn veelkoppig leerplichtig gehoor.
Af en toe declameer ik er zowaar een onder zijn tafeltje
Zolang ik zulke teksten mag voordragen, hoort niemand mij klagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten