woensdag, oktober 31, 2007

Bibberig

Ooit had ik juffen die bibberig rondreden op vooroorlogse omafietsen. Het was een wonder dat ze op hun fiets overeind bleven, zo tuttig trapten ze de trappers rond.
Zo wil ik nooit worden, dacht het kleine meisje dat ik was. Alles, maar zo niet.
Eens komt de dag van de afrekening. Afgelopen vrijdag viel ik in statig juffentempo van mijn eigen damesfiets af.
Ik kwam niet frontaal in botsing met een aanstormende taxi.
Maar ik viel, bezeerde mijn been en werd prompt streng toegesproken en ondervraagd door een vriendelijke horde Amsterdam-Zuiddames. (hoera er gebeurt iets)
'Waarom viel u?' Ik draaide de trappers te langzaam rond, maar dat hang ik jullie niet aan je neus.
'Hebt u vandaag gegeten?' Rare vraag, ik eet altijd.
'Uw hond is keurig de goede kant op uit de mand gesprongen, die heeft niets.' Logisch, slimste hond van Amsterdam. En zeer behendig.
'Wat voor dag is het vandaag?' Vrijdag, dat weet een kind.
Het gaat goed: ik krijg weer praatjes.
Maandag hoop ik weer op school te zijn.

Geen opmerkingen: