Omdat hij niet mee kon doen met de gymles zat het jongetje zich een uurtje te vervelen naast de juf. Een periode die lang genoeg bleek om vertrouwelijk in te worden.
"Ik heb zin in zondag", zei hij ineens, terwijl hij een enorme kuil in zijn wang tevoorschijn lachte.
"Maar op de zaterdag ben je toch ook vrij? En die komt altijd voor de zondag", doceerde de juf verwonderd.
"De zondag is een rustdag", diende het niet kerkelijke knaapje van repliek.
Hij knikte erbij als een evangelist op een zeepkist.
"En weet je wat ook zo fijn is?", completeerde hij zijn voorgenomen weekendarrangement: "Mijn buurmeisje is mijn vriendin. Ze is vijf, maar we spelen altijd samen".
Hij bleef nog minutenlang zitten naglunderen.
Of voorglunderen, dat was maar hoe je het bekeek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten