maandag, maart 20, 2006

Nood

"Kinderen hoe hoor je of een woord eindigt op een d of op een t? Inderdaad, je maakt het langer en je weet het. Honden, dus hond met een d. Katten dus kat met een t. Begrijpen jullie?"
Tuurlijk juf, wij snappen het volkomen.
Dan begint de spellingsslag.
Eén pond, dat is een boot over het Ij, want het is twee ponden.
Juf: "nietwaar". Kind: "welwaar". (nietwaar, welwaar vaak herhalen)
Liet, lied, idem. Een liet, twee lietjes, liederen is een onzinwoord.
Nood, noot, van hetzelfde laken een pak.
Hoe moet je deze regel korrekt toepassen als je denkt dat eekhoorntjes noden eten?
Brood, dat wisten ze dan nog wel.
Kleine stapjes juf!

Geen opmerkingen: