Om de kinderen te laten voelen wat een minuut is en wat een seconde, had ik links en rechts stopwatches uitgedeeld.
Als de grote wijzer op de twaalf stond, riep ik keihard 'nu!' en als het rondje voltooid was: 'stop!'.
De werkelijkheid is weerbarstig. Geen kind timede keurig 60 seconden. Wel hoorde ik 59, 58 en 'iets met een 1 erin'.
Wat moet een juf dan doen? Beginnen over het middelen van de uitkomsten der waarnemingen?
Ik heb besloten toch maar ouderwets te tellen hoeveel streepjes er op de klok getekend staan.
Het hele systeem moet voor een kind sowieso niet te filmen zijn.
Je telt tot 60 en dan volgt de 1.00. Weer 60 tellen en je zit bij de 2.00.
Daar moet zich toch eens een commissie van wijze mannen over buigen.
Ik eis een tientallige klok. In een land met zoveel spellingsaanpassingen moet dat een eitje zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten