Al dagen lag ik broeierig her en der op dekentjes.
Dan weer in de schaduw in de tuin, dan weer op de bank in de kamer.
Om vervolgens een uurtje of wat in bed te gaan uitrusten van dit rusteloze heen en weer verhuizen.
Juist nu de temperatuur voor de verandering een keertje aangenaam was.
Normale mensen vierden de zomer.
Ik was zielig.
Dat dat nooit meer anders zou worden, was nog het ergst.
Eeuwig zou ik doelloos liggen stoven.
Vandaag kwam plotseling een helder, geurig visioen van verse, ijkoude koffie verkeerd langs.
Met vijf tinkelende ijsblokjes.
Ik sleepte me naar het aanrecht, verrichtte doelgericht de noodzakelijke handelingen en lustte er eigenlijk meteen nog wel zo een.
Dit betekende dat ik bijna beter was.
Zou het morgen wel gaan regenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten