vrijdag, juli 21, 2006

Vakantie

Juf Aukje gaat morgen op vakantie.
Of zoals een jongen donderdag op het veldje zei:
"Ik zal blij zijn als de sabbath begint".
Ik denk dat hij een sabbatical bedoelde, maar ik vond het evengoed erg mooi geformuleerd.
Prettige sabbath allemaal.

dinsdag, juli 18, 2006

Vrede


Nadat ik met mijn groep besproken had dat ik op vredesmissie wilde naar groep 6a bood meisje F. spontaan aan: "mee te gaan om je bij te staan".
Jongetje J.W. ging ook mee.
Samen zaten we even later in de kring en bespraken we de vijandelijkheden over en weer van de afgelopen weken.
Mijn groep zat ondertussen beneden te ploeteren aan een stapel post waarop ontboezemingen als: "Wij willen vrede, maar wij weten niet hoe."
En aan tekeningen waarop niet de helse strijd rond de hut van gisteren, maar een paradijselijk samenspelen in de toekomst werden afgebeeld.
Wat juf J. en ik nooit hadden durven verwachten gebeurde.
Toen ik in de naar buiten openslaande deuren van de gymzaal naar de les van meester D. zat te kijken kreeg ik een papiertje in mijn handen gedrukt dat ik hierboven afbeeld.
Lang leve groep 6a!


Die kinderen komen er wel.

maandag, juli 17, 2006

Oorlog

Als we bij het veldje komen, staat er een droomhut waar we zo in kunnen trekken.
De onderkant gemaakt van bakstenen, de bovenkant en het dak van houten schotten. In een charmante veranda is voorzien.
"Mijn" kinderen storten zich op de hut en beginnen te spelen.
Tot de architecten van het optrekje ten tonele verschijnen.
Wij zijn een groep 4 en zij zijn een groep 6. Onmiddellijk eruit dus met die kleintjes!
Bovendien hebben zij de hut gebouwd en dus de oudste rechten. (G8)
Ik moet nu heel erg mijn best doen me volwassen te blijven gedragen en niet ook alleen in "zij" en "wij" te gaan denken.
Na veel gekrakeel en het uitbreken van openlijke vijandigheden, maan ik beide groepen aan mijn voeten te gaan zitten (psychologisch voordeel) en de hut dan maar af te breken en in twee kleinere versies te herbouwen (de Salomonstruc).
"Let jij maar eens op hoe ik dit varkentje was", snoef ik tegen de juf van groep zes.
Even lijkt het te lukken de gemoederen tot bedaren te brengen. Dan gaat de woordenwisseling met hernieuwde kracht door.
"Ok", zeg ik, "dan verdelen we de tijd, jullie vijf minuten en wij vijf minuten".
Tijdens onze vijf minuten worden er enorme flessen water door de kieren in het dak gegoten en scheppen zand op onze hoofden naar binnen gekiept.
Mijn kinderen barsten los in een geween en geweeklaag.
Nu is het afgelopen.
Groep zes verliest alle rechten.
Morrend vertrekken ze met hun juf naar school.
Misschien lukt het me om morgen in hun klas op bezoek te gaan.
En de situatie te evalueren.
Als ik ik tenminste iemand vind om de mijne even over te nemen.
Indien niet, dan kan ik na de vakantie misschien het beste een tijdje over mijn schouder blijven kijken.

donderdag, juli 13, 2006

Gevoelloze roof

Laat ik nou altijd gedacht hebben dat de gemiddelde Amsterdamse boef een gouden hart in zijn donder had!
Totnogtoe blijkt het tegendeel.
Ons zilveren koffertje met daarin de hondenknuffel en het schrift waarin de belevenissen van het beest rijkelijk geïllustreerd werden beschreven, is gestolen.
Geroofd kan ik beter schrijven.
Gewoon meegenomen toen het heel even naast een auto stond.
Maar, op de houten binnenkant van het deksel, heb ik eigenhandig in juffenhandschrift ons adres geschreven.
Dus er is nog hoop dat onze kleine vriend discreet wordt terugbezorgd.
Misschien, als de boef vanavond tussen zijn van de week geroofde schatten zit.
En eindelijk eens rustig in ons schrift leest...
Of kijkt naar onze foto's en tekeningen...
Of als de boef de knuffel aan de opperboef van zijn bende moet overhandigen en streng zal worden toegesproken over de overtreding van de ook door het gilde der criminelen aanvaarde en ondertekende rechten van het kind.
Misschien dat dan alsnog een traan zal wellen in een zo vaak onverschillig gebleven oog.
En dat wij onze mascotte binnenkort weer in de armen zullen kunnen sluiten.

dinsdag, juli 11, 2006

Dierenprint

Vandaag zei ik in het voorbijlopen drie kleuters gedag. Hierbij fladderden mijn zwart/witte broekspijpen uitbundig.
Terwijl ik de trap opliep hoorde ik één van de kereltjes oprecht beweren: "Zagen jullie wat een mooie juf dat was?"
Verheugd over de goede smaak van groep 1/2, hield ik mijn pas in.
Om te horen waarom ik zo mooi gevonden werd: "Haar benen lijken op een zebra!"

maandag, juli 10, 2006

Ouderwets

Bij het eerste bezoek aan menig door mij bezocht schrijfclubje werd ik gesommeerd mijn favoriete kinderboekentitel te noemen.
Voor mij was dat, op grote afstand, Daan Zonderlands trilogie over Jeroen, de drager van de Zilveren Sleutel.
Nog jaarlijks herlees ik Jeroen en soms zelfs een paar andere titels stammend uit Zaandonderland.
Het taalgebruik zou archaïsch zijn. De vergelijking met vlot geschreven jeugdboeken van nu zou in het nadeel van figuren als Kees de kankeraar ("Ik wil spinazie met een zacht gekookt eitje en voor toe, alleen aardbeien met slagroom, is dat soms teveel gevraagd? Is er dan niemand die respekt heeft voor een oude schildpad?") en Isidoor de ezel ("dus voor die hoed eulalia, of desgewenst hoera, hoera") uitvallen.
Vandaag ging ik lunchen bij meisje M. en wat toonde ze mij stralend?
"Een leuk boek juf! Ik heb het bijna uit."
Jeroen.
Leve het archaïsch taalgebruik.
Viva Zaandonderland.

woensdag, juli 05, 2006

Sportdag

Tijdens de sportdag kwamen er verschillende kinderen langs, die zich in mijn armen stortten omdat ze "wilden knuffelen".
Hoe ze dat bij dit plakkerige weer in hun hoofd halen is mij een raadsel.
Ik ben sowieso al niet zo Amerikaans aangelegd, een bearhug is aan mij over het algemeen maar matig besteed.
Eén meisje verklapte zonder dat ze het merkte één mogelijke oplossing.
Ze sloeg eerst stevig haar armen om mijn middel en probeerde toen de geconstateerde juffen-breedtemaat in de lucht vlak voor zich te reconstrueren.
En dat vond ik wel weer aardig.
Zo'n les schatten en meten met toevallig voorhanden zijnd materiaal dat het kinds interesse heeft.

maandag, juli 03, 2006

Vluchten

Toen we gingen uitwaaien op het veldje bleek er een tropische verrassing op ons te wachten.
De stratenmakers hadden een hoop stenen langs de kant van de weg gelegd waar wij een lekker koel huis van konden bouwen.
Mooier dan de mooiste blokkendoos.
Morgen gaan we kijken of de andere buiten spelende kinderen ons bouwwerk hebben laten staan.
Kunnen we weer even ademhalen.
In de klas lukt dat bijna niet meer.
Daarom gingen we later op de dag onder de brandspuit.
Ben ik een juf?
Of beheerder van Jeugdland en een waterpretpark annex picknickplek?
Kan me niet schelen.
Als we maar naar buiten kunnen.